Op weg naar Spanje 2

10 november 2016 - Heerenveen, Nederland

Op weg naar Spanje.

Na de zonnige dag in Nevers rijden we door het prachtige herfstlandschap naar Payrac. Het is fris en af en toe regent het licht.

De Acsi-camping ligt in een bosrijke omgeving. Als we aankomen en de receptie binnengaan worden we bijna opgevreten door een grommende hond. Nou ja zo erg was het niet maar mij bekruipt bij het grommen toch weer het gevoel van een minder aanhalig type hond dan de lieve Nikky. De baas achter de rommelige balie, annex aanrecht of zoiets, staat ons te woord en wanneer ik een vraag stel is hij gelijk wat bits. “Daar ben ik nog niet aan toe gekomen en vertel ik je zo”! Oei, mijnheer Emmen is geloof ik niet zo goed geluimd.

Hij vindt het misschien niet prettig dat hij gestoord wordt bij zijn favoriete soap. Want als ik om me heen kijk, zie ik dat de receptie tevens winterverblijf is voor de familie. De tv staat aan, anderhalve meter daarvoor de ligbank en een eetkamertafel met een paar stoelen. En een heleboel rommel. Kan ook niet anders, het is te klein om alles op de plaats te hebben waar het hoort.

Nadat we betaald hebben, bonnetje krijgen we niet, en aangegeven dat we misschien nog een nachtje extra blijven om uit te rusten, verlaten we de receptie en zetten de caravan op de aangewezen plek. Het is een mooie camping op een open plek in het bos. Louis doet het buitenwerk en ik zet de kachel aan en begin het eten voor te bereiden.

Wat later kijk ik naar buiten en zie een paard dat rustig het toch al korte gras nog korter staat te knabbelen. Grappig. Ik maak gauw een foto voor Eline en Merle, die dol op paarden zijn.

Na de maaltijd, bestaande uit zelfgemaakte tomatensoep, en aardappels, groente en vlees, rusten we wat uit. Checken de e-mails, want internet doet het goed hier, zolang de verduisteringsgordijnen open blijven.

Na een goede nachtrust, genieten we van een lekker ontbijtje met gekookt eitje. We hebben besloten nog een dag te blijven en maandag door te rijden naar Larrazet. Huub en Nellie verwachten ons rond lunchtijd en dat gaat prima qua afstand van Payrac naar Larrazet.

Die middag maken we een wandeling door de bossen. De route is aangegeven door de baas Emmen die vandaag wat vriendelijker is dan de dag ervoor. Zijn vrouw en dochter xitten aan de eetkamertafel hun spaghetti te verorberen en als ik excuus maak dat we tijdens de maaltijd komen binnenvallen, wuift ze het weg met de opmerking dat het niet uitmaakt want ze hebben geen vaste eettijden. We betalen de extra nacht en gaan op pad. Eerst de weg oversteken. We zijn blij met de warme winterjassen want het is nog steeds koud. Vooral “de wind doet ons de das om”. Mooie woordspeling.

We lopen een eindje het bos in en Louis maakt foto's van paddenstoelen en de weiden met koeien. Nieuwsgierige beesten, ze kijken je aan alsof zo nog nooit een mens gezien hebben. Nu zijn wij natuurlijk ook bijzondere exemplaren met muts etc, maar zo erg is het nou ook weer niet. We slaan af en wandelen het licht stijgend pad op. Het is droog maar er hangen wel donkere wolken. De percelen bos worden afgewisseld met weides waarin koeien grazen. Mooie, goed doorvoede bruine, franse koeien. (Een mooie zin voor het nederlands dictee.) Goedmoedig kijken ze je aan en sommige komen dichterbij. Louis lacht wanneer ik naar ze zwaai! Ik hoopte dat ze allemaal dichterbij zouden komen door mijn actie, maar zoveel invloed heb ik blijkbaar niet.

We wandelen verder en een rijkgevulde tamme kastanjeboom heeft heel wat vruchten laten vallen en we nemen er toch een paar mee. De rest is voor de reeën, de eekhoorns en andere wandelaars die een poging willen wagen om ze te poffen. Ik heb het eerder geprobeerd in de open haard. Dat lukte niet, ze vlogen me om de oren. Maar tussen een dicht rooster knapten ze open en ze waren zalig. Ook de meegeroosterde wormpjes hebben we gewoon verorberd. Niet kijken, gewoon eten.

Al wandelend betrekt het behoorlijk en we moeten nog een flink eind lopen voor we weer bij de camping zijn. De omgeving lijkt uitgestorven. Hier en daar een huis, een chambre d'hotes, en een paar woningen waar wel wat leven in de brouwerij is. Een paar jagers stappen net in de auto, met jachthond. Waarschijnlijk op weg naar de zondagmiddagmaaltijd. Reeën en fazanten zijn er genoeg.

Al lopende vragen we ons af of we in de goede richtig gaan en niet verdwalen, maar ik weet dat we goed gaan en naar de geasfalteerde weg lopen die we over moeten. Na een half uurtje zien we het bordje van de camping en ik ben blij dat we inderdaad de goed richting uitgelopen zijn. Mijn oriëntatievermogen is niet al te best is in het verleden gebleken. Daar weet mijn broer Hans alles van. En dat moet ik nog wel eens horen als we met broers en zussen oude verhalen ophalen. Eenmaal weer in de caravan genieten we van een lekker kopje thee met koek. Echt, zoeentje uit het ziekenhuis. Ik heb ze van Tonnie gekregen. Knetter slecht natuurlijk, mierzoet, maar voor een keer......er blijft geen kruimel van over. Intussen heeft een ander paard ons veldje bereikt en ik ga naar buiten om het dier een stuk winterwortel te geven. Het is blij verrast en kanbbelt het hele stuk lekker op. Meer heb ik niet helaas, ook niet aan een suikerklontje gedacht. Het paard loopt een stuk achter me aan, in de hoop nog wat te krijgen. Ik knuffel het even en vertel hem dat ik niks meer heb en het hoofd richt zich weer op het gras. Het is tevreden en heeft het blijkbaar begrepen. Het verstaat Nederlands immers, zijn baas en familie zijn Nederlanders.

De volgende morgen, na een goede nachtrust, fris en fruitig opgestaan en op naar Larrazet. Louis rijdt achteruit het veld af want vooruit lukt niet. Het korte gras is te nat en de grond loopt wat op, dus geen grip. De modder spuit onder de wielen vandaan.

Rustig rijden we over de secundaire weg naar Larrazet. Geen tolwegen. Het is veel leuker rijden langs de dorpen en weides. Maar er hangt het eerste deel van de rit hele dikke mist. Tot vijftig meter zicht... dat betekent goed opletten en vooral in de bochten alert zijn op tegenliggers die bij dit weer inhalen. Wat later klaart het op en hebben we geen last meer van de dikke ondoorzichtige deken. Tegen half twaalf zijn we er en we worden hrtelijk welkom geheten door Nellie en Huub. Huub maakt nog even zijn schilderwerk af. Hij heeft een mooie werkplaats en is bezig luiken voor het huis van een kennis te verven. Nog een paar streken en uitrollen en klaar is kees (Huub) Boven gekomen is het behaaglijk warm en de beide honden Kira en Humpie zijn door het dolle heen en mogen naar binnen. Een blijde knuffelronde volgt . Nellie heeft heerlijke appeltaart gebakken en samen met de koffie genieten we en vertellen we de laatste nieuwtjes. Huub vertelt ons overzijn hobby imkeren en de zorgen om het bijenvolk omdat een reuzenwesp vanuit het afrikaanse land het volk bedreigt. Ze vallen de bijen rondom de bijenkast aan en doden ze. Huub probert ze te bestrijden met de vliegenmepper maar het is een klus. Er moet in de omgeving een nest zijn van deze reuze wespen maar zoek dat maar eens uit. Op den duur vormen deze wespen door de klimaatverandering ook een bedreiging voor de nederlandse imkers. Ze rukken op!

Intussen staat de oven aan en rond lunchtijd worden we verrast met een heerlijke kop pompoensoep en warme broodjes. Het smaakt verrukkelijk en we zijn dankbaar voor dit hartelijke onthaal. Dan is het bijna 15.00 uur en we stappen op. Na nog een kopje koffie en met de uitnodiging op de terugweg langer te blijven, en nog een dikke knuffel stappen we in de auto en gaan op weg naar Montrejeau. Daar is een camping van waar we de volgende ochtend de rit over de Pyreneeën beginnen. We zijn eerder op de camping Midi Pyreneës geweest en het is er prima vertoeven. Het weer is onstabiel en het regent de volgende morgen licht. We besluiten de rit over de Pyreneeën toch te maken en we rijden de licht stijgende weg op naar de pas. Het eerste deel is goed te doen. We rijden door de skidorpen waar nu nog niet eel te doen is op skigebied. Hoewel, er ligt al genoeg sneeuw op de toppen en de sneeuwgrens is rond de 1600 meter vandaag. Dat betekent voor ons dat we toch in de sneeuw terecht kunnen koemn. Best spannend.

Na drie kwartier rijden komen we inderdaad in de zone waarin sneeuw gevallen is. De weg is schoon op enkele schaduwrijke plekken na. Toch blijft het goed uitkijken. Het sneeuwt licht, het is drie graden onder nul en de wereld om ons heen wordt steeds witter naarmate we hoger komen. De weg wordt ook smaller......

En na een bocht moet Louis op de rem want een sneeuwschuiver die van boven komt kan op het nippertje zijn schuifblad intrekken en dat voorkomt dat wij in de vangrail belanden. Pffff dat was even schrikken...

We klimmen verder en ik zit minder ontspannen dan in de dagen hiervoor. Louis rijdt super goed maar moet zich uitermate goed concentreren. Dan komt er weer een bocht op de smalle weg en Louis......en de vrachtwagen welke ons tegemoet komt moet in de remmen want zo kunnen we niet langs elkaar zonder de spiegel te verliezen. Gelukkig lukt het en heel langzaam met ingeklapte spiegel rijden we langs elkaar op. Geen tien centimeter meer over. De chauffeur van de auto achter de vrachtwagen maakt met een glimlach om zijn mond een handgebaar, zo van “dat ging maar net!”

Diepe zucht en maar weer verder. Een kwartiertje later naderen we de tunnel voor het laatste stukje van de pas. Dat is weer even relaxt rijden. We verwachten aan de andere kant van de bergen beter weer maar dat laat nog een uurtje op zich wachten. Omhoog rijden is niet eenvoudig met slecht weer, maar naar beneden ook niet. Een spaanse chauffeur steekt zijn duim op naar ons en vindt ons vast helden. Of gekke Nederlanders die met dit weer de overtocht wagen en mazzel hebben gehad.

De tocht gaat verder zonder problemen en we besluiten tijdens een chocolademelkpauze, naar Albarracin te rijden. Dat is goed te doen nu en we hoeven dan niet in het donker te rijden.

We bereiken de camping rond half vijf en de vriendelijke receptioniste, dochter van de op-leeftijd-zijnde moeder die me de weg wijst naar de andere deur, als ik zonder goed te kijken bij hen de kamer binnenstap, regelt de zakelijke dingen en wijst ons op de mogelijkheid morgenvroeg brood via de receptie te kunnen bestellen. We bedanken haar, maar kopen liever bruinbrood in het dorp. De camping is klein, maar toch is het sanitair geweldig mooi en kraakhelder. De doucheruimte is koud maar het water goed warm en gelukkig een handdouche. Wel zo fijn tijdens het douchen....nadat we geïnstalleerd zijn maak ik de warme maaltijd klaar.

De volgende morgen na de koffie gaan we op pad naar het dorp. De bedoeling is de supermarkt te bezoeken en de benodigde boodschappen te kopen. Albarracin is een heel mooi oud dorpje, een unieke enclave in de binnenlanden van de provincie en een van de mooiste van spanje. Gerestaureerd uiteraard, maar zo pittoresk dat het een hoge culturele waarde heeft. De kathedraal, met haar prachtige gewelven, drieluik en beelden is een beziensaardigheid. Ook het museum, de toren en het kasteel is de moeite van een bezoek waard. In de zon op een stenen trapje eten we onze boterhammen op en genieten van de warmte van de zon. De jas kan even uit, maar als de zon achter de wolken schuil gaat, doe je hem graag weer aan. We dwalen een poos door de nauwe straatjes en verbazen ons om de architectuur. De deels vakwerkhuizen, gepleisterd met roze kalk en deels van keien opgetrokken behuizingen geven het geheel een sprookjesachtige aanzicht. De kleuren variëren van roze tot lichtbruin, oker en geelbruin. Een palet aan bij elkaar passende kleuren die tot schilderen uitnodigen. De begraafplaats wordt ook met een bezoek vereerd en het valt ons op dat veel graven geen afdekplaat hebben maar de heuvel zand netjes aangeharkt is. Er staat geen onkruid op. Na een paar uren gaan we weer richting camping maar gaan eerst langs de supermarkt. Prei, uien en rijst, voor de nasi en bananen en appels voor de nodige vitamientjes worden ingeslagen en een bruine broodbol ziet er vers uit dus ook die gaat mee. Alles in de rug en draagtas en op naar de caravan. Louis knapt nog even een uiltje en ik bereid het eten vast voor. Louis'lievelingskostje, nasi. Met een gebakken eitje en satesaus. Het smaakt verrukkelijk, gelukkig, want de spaanse rijst moet langer koken....en dan kan het wel eens zijn dat het beter als dessert genuttigd kan worden met bruine suiker. Deze keer gelukkig niet. Het was een mooie wandeling door Albarracin vinden we beide. Blij dat we niet met de fiets zijn gegaan want dat was geen doen geweest. Goed voor de spieren en de conditie was deze wandeling met de vele trappen zeker. Mijn fitbithorloge gaf aan dat de tienduizend stappen vandaag gehaald zijn dus...... een glaasje wijn bij het eten kan geen kwaad. Morgen een rustdag, blog schrijven en een korte wandeling naar de grottekening staan op het programma. Vrijdag gaan we op pad richting Bolnuevo. Het weer is minder goed daar, maar dat mag de pret niet drukken. Meestal maar een klein frontje dat passeert. Dat kunnen we wel hebben.

Tot de volgende keer maar weer.

Foto’s

5 Reacties

  1. Ineke.hoevenaar:
    10 november 2016
    Betty weer geweldig gezellig en interessant verteld .
  2. Cobie:
    10 november 2016
    Lieve Beth,
    Wat een belevenissen weer, rij ook het laatste stuk voorzichtig we zien jullie binnenkort
  3. Tonnie bos:
    10 november 2016
    Hallo lieverds
    wat een reis maken jullie en zo mooi geschreven zie het helemaal voor mij jij met je paarden gelukkig geen vla s morgens voor de deur dit was voor mij super ontspanning om het te lezen ook lieve gr van Ad knuffel en rij voor zichtig
  4. Janny Wilbrink:
    11 november 2016
    Lieve Beppie en Louis,
    Wat een leuk verhaal! ik ben heel blij dat ik je blog nu ook kan lezen en verheug me op de komende verhalen. Rij voorzichtig en kijk uit voor de volgende grommende honden.
  5. Gertrude Hruschs:
    11 november 2016
    Konnte es in Deutsch lrsrn. War gut beschrieben.
    Freuen uns auf Euch. Liebe Grüße Gerzrude u. Walter